Metaprogramma’s zijn breinfilters. Ons brein filtert veel van de binnenkomende zintuiglijke data weg door te abstraheren. Ons brein bestaat uit verschillende lagen die data van onder naar boven doorgeven. In een onderliggende laag geven meerdere hersencellen hun bevindingen door een hogerliggende cel die van de binnenkomende informatie een samenvatting maakt. Om vervolgens weer met een aantal buurcellen die samenvatting door te geven naar een nog hoger gelegen laag. Zo wordt wat we zien bijvoorbeeld bewerkt door zeven verschillende lagen.
Metaprogramma’s worden verzonnen in plaats van gevonden
Met andere woorden: er is een hele grote berg van data die verdwijnt in de abstracties en samenvattingen die ons brein maakt. Een metaprogramma is onze manier van die berg gefilterde data te categoriseren. Dat betekent dat wij zelf metaprogramma’s maken en metaprogramma’s dus geenszins zouden worden gevonden of zouden worden ontdekt. Wij kunnen zelf om een deel van de berg van gefilterde data een lijntje tekenen en dat gebied benoemen als een metaprogramma. Michael Hall beweert in zijn boek “Figuring Out People: reading people using meta-programs” maar dat hij maar liefst 102 metaprogramma’s zou hebben ontdekt. De werkelijkheid is dat Michael Hall lekker creatief bezig is geweest en een hoop metaprogramma’s heeft verzonnen. Voor de duidelijkheid: er zijn een oneindig aantal metaprogramma’s omdat je altijd weer een nieuwe kan verzinnen. Pas dus op voor NLP trainers die zeggen dat er maar een beperkt aantal metaprogramma’s zijn. Zoals bijvoorbeeld Mind Academy die beweren dat er slechts 16 metaprogramma’s zouden zijn.
Metaprogramma’s zijn geen persoonlijkheidseigenschappen
Omdat een metaprogramma een breinfilter is, kan je het metaprogramma zo instellen dat het meer of juist minder wegfiltert. Als een metaprogramma minder wegfiltert, begrijp dan goed dat er nog steeds heel veel in het brein wordt weggefilterd, maar net een heel klein beetje minder dan wanneer je een metaprogramma instelt om meer weg te filteren. Afhankelijk van welke NLP strategie mensen op een specifiek moment aan het uitvoeren zijn, veranderen de instellingen van metaprogramma’s. Er zijn dus geen vaste instellingen. Doen alsof metaprogramma’s persoonlijkheidseigenschappen zijn, is de grootste fout die je kan maken met metaprogramma’s. MindSonar van het IEP, een NLP instituut, doet alsof iemand een metaprogramma profiel heeft alsof het een persoonlijkheidstest is. Dat slaat dus nergens op. Niet alleen is het hele idee van persoonlijkheidseigenschappen achterhaald, maar metaprogramma’s wisselen continue afhankelijk van wat je aan het doen bent. De beste manier om metaprogramma’s te gebruiken is om ze aan te passen aan de omstandigheden zodat je de beste instelling van metaprogramma’s gebruikt voor de specifieke situatie waarin je je bevindt. Alle suggesties dat metaprogramma’s persoonlijkheidskenmerken zouden zijn, beperken mensen in hun handelen.
Metaprogramma’s zijn geen denkstijlen
Bovendien zijn metaprogramma’s breinfilters en geen denkstijlen zoals het IEP ten onrechte beweert. Het hele concept “denkstijl” is een vergissing en gaat tegen het gedachtegoed van NLP in. NLP heeft namelijk als basisuitgangspunt dat al het menselijke op een zinnige manier kan worden uitgedrukt in termen van de vijf zintuigen. Volgens NLP is ons brein een biocomputer die zintuiglijke data verwerkt. Dat zie je terug in NLP strategieën al dan niet met metaprogramma’s. Verder gaat NLP ervan uit dat iedereen alle ontdekte NLP strategieën kan gebruiken. Dat betekent dat er geen “denkstijlen” zijn. Volgens NLP werkt jouw brein in hoge mate hetzelfde als mijn brein. Alleen heb jij andere dingen in jouw leven geleerd, dan dat ik heb waardoor je andere NLP strategieën gebruikt dan ik gebruik. Maar jij kan de mijne leren en ik de jouwe! Wat nergens op slaat is te denken dat jij een andere “denkstijl” zou hanteren dan ik en dat om die reden ons brein anders zou werken. Dat slaat helemaal nergens op en heeft niets met metaprogramma’s te maken.
Er zijn geen basismetaprogramma’s
Mind Academy maakt het wat dit betreft helemaal bont. Zij maken een volkomen onzinnig onderscheid tussen 4 basismetaprogramma’s en 16 samengestelde of complexe metaprogramma’s. Hint: dit slaat helemaal nergens op. Dat zie je ook meteen omdat de 4 basismetaprogramma’s blijken MBTI te zijn, de Meyer Briggs Type Indicator. MBTI is een persoonlijkheidstest. Zoals we al hebben gezien slaat het nergens op om te denken dat metaprogramma’s iets met persoonlijkheidseigenschappen te maken hebben. Bovendien is MBTI een van de weinige persoonlijkheidstyperingen die goed wetenschappelijk is onderzocht. En wat blijkt? MBTI zelfs is volkomen onwetenschappelijk. Na meer dan 30 jaar MBTI te hebben bestuurd, is de conclusie van de Amerikaanse onderzoekers dat MBTI geen enkele correlatie heeft met wat dan ook. Zie hiervoor het mooie boek: The Personality Brokers. MBTI is geen NLP. MBTI is onzin en denken dat MBTI je 4 basismetaprogramma’s zou geven, is volkomen anti-nlp.